“Primatoloog Frans de Waal schreef een boek over gender”
“Genderidentiteit zit diep”, stelt primatoloog Frans de Waal. Het is niet alleen sociale constructie. Hij wil graag de biologie weer op tafel. In zijn boek over gender – ‘Anders’ verscheen eind mei – maakt hij ook uitstapjes naar trans- en non-binaire genderidentiteit.
Of er transgender individuen bij chimpansees of bonobo’s zijn, is niet te zeggen, aldus Frans de Waal. Je kunt ze immers niet vragen naar hun genderidentiteit. Maar de primatoloog heeft wel apen gezien die duidelijk gedrag vertoonden dat je niet bij hun sekse zou verwachten. De chimpansee Donna zou je volgens hem kunnen zien als ‘een overwegend aseksueel gender-nonconformerend individu’.
De Waal gaat uit van het gedrag dat hij ziet. Hij beschrijft in ‘Anders’ genderrollen bij andere primaten, vooral de chimpansees en bonobo’s die het dichtst bij ons staan. Hij stelt zich in de hoofdstukken over seks, het paringsspel, geweld, conflictvermijding en leiderschap, speelgedrag en kinderzorg, geregeld de vraag waar wij, mensen, overeen komen met de andere primaten en waar we verschillen.
Aangeleerde deklaag
De Waal is een bedaarde stem in een verhit debat. Dat debat gaat over verschillen tussen mannen en vrouwen. Er zijn groepen die deze verschillen benadrukken (mannen komen van Mars, vrouwen van Venus) of deze juist afzwakken (gender is puur een product van socialisatie). Dat laatste gebeurt dan vaak met het oog op de gewenste gendergelijkheid. De biologische natuur, met verschillen in sekse, is blijkbaar lastig voor mensen die streven naar gendergelijkheid.
Maar gender is een nuttig concept, schrijft De Waal. “Elke cultuur heeft verschillende normen, gewoonten en rollen voor de seksen. Gender verwijst naar de aangeleerde deklaag die een biologisch vrouwelijk individu tot een vrouw maakt en een biologisch mannelijk individu tot een man.” Het begrip levert voor hem een ‘sterke inhoudelijke aanvulling op de discussie’. “Door gender en sekse naast elkaar te plaatsen, wordt duidelijk dat er altijd twee invloeden zijn op alles wat we doen: biologie en omgeving.”
Dat genderidentiteit diep zit, illustreert De Waal met het verhaal van John Money, de psycholoog die de term ‘gender’ in 1955 introduceerde. Money’s roem ging in de jaren 90 onderuit. Dat kwam volgens De Waal door zijn ‘grove onderschatting van de biologische natuur’. Money overreedde de ouders van een Canadese jongen die na een verprutste besnijdenis het grootste deel van zijn penis verloor, die jongen dan maar als meisje op te voeden. Money dacht nog even dat hij gelijk kreeg dat gender louter een kwestie van opvoeding zou zijn. Maar de jongen die geacht werd een meisje te zijn, verzette zich hevig, kreeg op zijn 14e te horen wat er aan de hand was en keerde terug naar de genderidentiteit van zijn geboorte.
De Waal: “Genderrollen (het typische gedrag, houdingen en de sociale functies van elke sekse die het resultaat zijn van een wisselwerking tussen natuur en opvoeding) zijn misschien culturele producten, maar de genderidentiteit zelf lijkt van binnen te komen.”