Buikpijn en een lach
Welkom bij de club is de debuutroman van Thomas van der Meer (1986). Hoewel het boek als fictie wordt gepresenteerd, is het ook autobiografisch. Van der Meer beschrijft zijn transitie en de reacties van de omgeving.
Van der Meer was als kind jaloers op een buurjongen die Thomas heette. Dat verhaal lees je in Welkom bij de club. Thomas werd uiteindelijk bij de transitie ook zijn naam. Dat is mogelijk autobiografisch, maar zo moet je het boek niet lezen. Van der Meer noemt het een roman, een autobiografische roman misschien.
Hij beschrijft in het boek op een luchtige en laconieke wijze (woorden die Arthur Japin gebruikt in de blurb op de achterflap) hoe Thomas de mannenwereld betreedt. Van der Meer schrijft in een droogkomische stijl, heel beeldend.
‘Eerst vertelde ik het aan mijn vader en moeder. We zaten aan de keukentafel. Ik zei dat ik me een jongen voelde en dat dat eigenlijk altijd zo was geweest.
“Maar je bént geen jongen”, zei mijn moeder.
Mijn vader zei niets.’
Het valt me op hoe weinig de meeste mensen die Van der Meer opvoert, begrijpen van transgender mensen. Veel reacties getuigen van weinig respect, onbegrip en domheid. Het is nogal zwart-wit. Want gelukkig reageren veel andere mensen – de huisarts, een enkele collega, iemand met wie hij date – wel goed. Dat geldt zeker ook voor de mensen die hem nadat de verandering in zijn lichaam na de eerste testosteroninjecties begint, al snel als ‘meneer’ aanspreken.
Het boek gaat over Thomas’ kinderjaren, carnavalskostuums, dates, kantoorcollega’s, gesprekken met de psychiater en het ziekenhuisbezoek. Het gaat over buurman Menno die met God communiceert, collega Naresh met wie hij Parijs doorstruint en vriend Matthew met wie Thomas een relatie krijgt en op natuurvakantie gaat.
Welkom bij de club werd in 2019 gepubliceerd. Het boek werd goed ontvangen en stond in 2020 op de longlist van de Libris Literatuur Prijs.
In het boek zit Thomas op kantoor, in het echte leven werkt Van der Meer als verpleegkundige in de ouderenzorg. Hij schrijft columns voor De Volkskrant over zijn ervaringen in de zorg. Die columns, die de menselijke kant van de zorg benadrukken, werden gebundeld in het boek ‘Zullen we dan maar heel lang leven’. Binnenkort komt er een roman over de zorgsector.
Van der Meer ziet zijn transgender-zijn als een gepasseerd station. Het is opgelost, vindt hij. Maar hij laat in Welkom bij de club wel zien dat het hokjesdenken diep geworteld is in de samenleving. Acceptatie is niet vanzelfsprekend.
Tekst: Ton van den Born