De ervaringen van Sybren als trans man
Sybren, pas gescheiden, komt na twintig jaar in Amerika terug naar Nederland. Maar nu als man. Micha Meinderts’ boek over de ervaringen van Sybren verscheen in 2016, al even geleden, maar misschien is het nu zelfs actueler dan ooit. Hoe vergaat het Sybren in zijn nieuwe land, zijn nieuwe lijf en zijn nieuwe rol als single homoman?
‘Aldus Sybren’ was niet Micha’s eerste schrijfproduct en ook niet zijn laatste: in 2023 verscheen ‘Dunk’. Het is misschien wel het boek dat het meeste raakt aan zijn eigen leven. Zijn leven in de VS, de transitie en vervolgens de terugkeer naar Nederland. In ‘Aldus Sybren’ wilde hij ook dicht bij zichzelf blijven.
Dat vertelde hij in een interview op een Buiten de Binary-dag, oktober 2016 in Nijmegen. De citaten in deze boekbespreking komen uit dat interview.
Universeel verhaal
Het boek gaat over Sybren, bijna dertig. Zijn huwelijk eindigt omdat zijn ex op vrouwen valt. Sybren keert als man terug naar Nederland, maar het nieuwe leven gaat niet vanzelf, merkt hij. Hoe gaat het met vrienden, de liefde, de zoektocht naar je identiteit? In elk hoofdstuk is er een flashback naar Sybren als meisje.
“Ik wilde een universeel verhaal schrijven”, vertelt Micha. “Herkenbaar voor iedereen, transgender persoon of niet.” De basis is zijn eigen leven, maar het is een roman. Voor die herkenbaarheid heeft hij ook ervaringen van andere transgender personen erin verwerkt. En ervaringen met omgeving, werk en thuis.
Ik ben al een jongen; altijd geweest
Hoop geven
Het zou fijn zijn als mensen er wat aan hebben, vindt hij. “Mijn intentie was om transgender mensen die aan het begin van hun transitie staan, hoop te geven. Ik wilde ook laten zien dat we gewoon mensen zijn, net als iedereen. En voor mensen die de transitie gehad hebben, wilde ik laten zien dat dit niet het eindpunt is van je leven, maar een begin. De meeste transboeken gaan over de weg tot de transitie en dan is het punt. Maar Sybren heeft dat gehad en wil nu weten waar hij hoort in de wereld en hoe hij zijn leven verder moet inrichten. Hij moet zich dan vooral realiseren dat het leven niet zo’n hobbel is als het lijkt. Je maakt dingen al snel veel te groot.”
“Ik heb geleerd dat je niet zegt: ik wil een jongen zijn. Want ik ben al een jongen. Altijd geweest. Zeg je dat je jongen of man wilt worden, dan veronderstel je dat je een rol moet spelen. Dat je andere mensen moet overtuigen. Dat inzicht was voor mij zo’n verschuiving.”
“Ik heb zelf ook al die onzekerheid over ‘zijn’ en ‘worden’ niet meer: ik weet wie ik ben. Maar Sybren is nog niet zo ver. Hij voelt zich heel onzeker. Dat kost tijd. Ik weet niet hoe ik zelf over die onzekerheid heen kwam. Het helpt als je vaak bevestiging krijgt. Dat anderen benoemen wie je bent.”