Portretfoto van Roos. Ze draagt een zwarte trui en staat voor een witte muur

Rosalie over ruim veertig jaar zoeken

Rosalie droeg graag vrouwenkleren, maar zag dat lange tijd als haar geheime hobby. Ze beschrijft hoe zij hier door de jaren heen een weg in zoekt. Van ingewikkelde dates tot gelukkig getrouwd zijn en tóch de stap zetten naar een transitie.

Ik kan me herinneren dat ik voor het eerst vrouwenkleding aantrok toen ik 4 à 5 jaar oud was. Als ik aan die tijd denk, zie ik slechts een paar korte fragmenten van herinneringen. In die beelden zie ik mijn biologische vader. Hij overleed namelijk toen ik 5,5 jaar was. Ik wist meteen dat wat ik deed ‘niet goed’ was. Ik deed het stiekem.

Ik weet niet veel meer van vroeger, maar één herinnering staat op mijn netvlies gebrand. Ik was twaalf. Mijn moeder en stiefvader gingen een paar uur weg. Ze waren de deur nog niet uit of ik begon te grasduinen in de kledingkast van mijn moeder. Ik trok een bh aan, vulde deze op met sokken en trok aan wat ik paste. Ik was ook begonnen te experimenteren met make-up. Hoe zet je in vredesnaam een lijntje op je ooglid en waarmee? Het lukte niet zoals ik had gehoopt, maar ik vermaakte me prima. Totdat ik ineens de voordeur hoorde… Mijn ouders waren iets vergeten en kwamen terug. Ik raakte in paniek! Wat moest ik doen? Me omkleden of eerst de make-up van mijn gezicht vegen? Ik bevroor.

Mijn moeder kwam naar boven en begon me te zoeken, omdat ik niet durfde te reageren toen ze me riep. Ik verstopte me. Tevergeefs natuurlijk, maar ja… ik wist simpelweg niet wat ik anders moest doen. Mijn moeder vond me, tussen een kast en de muur. Ze schrok hevig en adviseerde me snel af te schminken en om te kleden en daarna naar beneden te komen. “We hebben het er een andere keer wel over”, zei ze.

“Met tranen in mijn ogen beloofde ik plechtig het nooit meer te doen.”

We deden vervolgens beiden alsof er niets was gebeurd. Maar de volgende ochtend vroeg ze wat het betekende dat ik me als meisje had aangekleed. Ik voelde alleen maar schaamte en kon geen goed antwoord geven. Ze vroeg of ik naar een psycholoog wilde om erover te kunnen praten. Toen wist ik het zeker: “Dit, wat ik doe, is fout!” Met tranen in mijn ogen beloofde ik plechtig het nooit meer te doen.

Het bleek alleen dat ik dit niet waar kon maken. Ik deed wel veel voorzichtiger, maar op mijn 16e vond mijn moeder weer vrouwenkleding in mijn kamer. Ze vroeg: “Speelt dit nog steeds?” Ik gaf een ontwijkend antwoord en beloofde opnieuw het nooit meer te doen.

Op mijn 18e ging ik op kamers. Ik kocht meer spullen: van dameskleding tot een betere pruik en make-up. Ik kleedde me met enige regelmaat als vrouw. Het voelde als een uitlaatklep. Op het moment zelf voelde het goed. Daarna voelde ik altijd veel schaamte en stopte ik de spullen weer ver weg, in een vuilniszak, achterin een kast. In mijn brein deed ik min of meer hetzelfde. Ik stopte het ver weg, vooral ver van de dagelijkse realiteit. Ik sprak er met niemand over.

Niet heel veel later kreeg ik een vriendin. ‘Natuurlijk’ vertelde ik haar niets. Ik wist niet eens wat mij ‘mankeerde’, laat staan dat ik het durfde te vertellen aan iemand waarop ik verliefd was. In mijn verliefdheid voelde ik overigens ook niet de behoefte om me als vrouw te kleden. Dus waarom zou ik het vertellen? “Misschien blijft het gevoel wel weg”, dacht ik. Stomverbaasd was ik dan ook toen het gevoel na enkele maanden weer de kop opstak.

Er was al internet begin jaren 90, maar ik realiseerde me niet dat anderen hier misschien online over zouden schrijven. Bloggers en vloggers bestonden simpelweg nog niet. Ik deelde mijn gevoelens met niemand. Het was een geheim dat ik ver weg in een klein hoekje achterin mijn brein had verstopt.

Op mijn 21ste werd ik erg nieuwsgierig naar het idee hoe anderen mij zouden zien als ik als vrouw gekleed was. Ik had wel een spiegel, maar dat is ook maar een eenzijdig perspectief. Ik besloot dat ik mezelf wilde filmen. Je had in die tijd nog geen mobiele telefoons met een camera, dus huurde ik een camera bij een videotheek in een weekend waarin mijn vriendin er niet was. Met die camera maakte ik opnames van mezelf, gekleed als vrouw. Ik testte verschillende outfits en wilde weten of mijn houding vrouwelijk genoeg was. Liep ik vrouwelijk genoeg? Enzovoort. De videoband verstopte ik daarna goed, achterin het kastje onder de tv. Toen mijn toenmalige vriendin een half jaar later een lege videoband zocht, stuitte ze na enige tijd zoeken op een schijnbaar lege band die ver weggestopt lag in het kastje onder de tv. Ze vroeg zich af of die echt leeg was en deed de band in de videorecorder.

“Ze vroeg zich af wat ik nog meer geheim hield voor haar.”

Mijn mobiele telefoon ging toen ik op school zat. Ze belde om me te confronteren met wat ze had gezien. Mijn wereld verging. Ze was boos en eiste uitleg. Ik kon niet goed verwoorden wat het was. Waarom vond ik het toch zo fijn om me als vrouw te presenteren? Ze vroeg zich af wat ik nog meer geheim hield voor haar. Het was een complete ramp. Kort erop wilde ze dat ik er met iemand over ging praten. Ze kende iemand met een achtergrond in psychologie en ze wilde dat ik mijn gevoelens met die persoon besprak. Die persoon zei in dat gesprek tegen mij: “Ach, sommigen sparen postzegels en anderen hebben treintjes op zolder. Jij doet dit. Nou en?” Dat leek mij de ideale verklaring. Ik had gewoon een aparte hobby. Dat heb ik ook lang geloofd.

Dat ik het niet eerlijk had verteld aan mijn toenmalige vriendin en ze er zelf achter was gekomen, had een vertrouwensbreuk veroorzaakt. Een breuk die we nooit echt te boven zijn gekomen. Vijfeneenhalf jaar nadat ze het had ontdekt, gingen we alsnog uit elkaar. Als vrienden. Ze adviseerde me wel nu eens écht uit te zoeken wat ik met mijn ‘hobby’ wilde.

Ik ging voor het eerst in mijn leven actief op onderzoek uit en ontdekte dat er zoiets bestond als T&T Amsterdam, een organisatie die ontmoetingsavonden voor trans mensen organiseerde. Ik besloot naar zo’n avond te gaan.

Met knikkende knieën stapte ik als vrouw over de drempel van een kroeg in de Jordaan waar de bijeenkomst was. Wat bleek? Het was een warm bad, met een enorme diversiteit aan mensen. Sommigen schaarden zich in de categorie travestie. Slechts enkelen wilden echt in transitie. Het woord non-binair bestond nog niet, of ik kende het nog niet, maar er waren, achteraf gezien, ook enkele non-binaire personen die de meetings bezochten.

Van mij dacht men na verloop van tijd toch vrij zeker te weten dat ik ook wel echt als vrouw verder wilde leven. Ik heb daar een tijd over nagedacht en woog de voor- en nadelen af. Een dag als vrouw door het leven gaan, voelde als op vakantie zijn. Je bent er even uit, een ontsnapping uit de realiteit. Maar – dacht ik – als je gaat emigreren, dan verhuizen je dagelijkse problemen mee. Mijn dagelijkse worstelingen zouden meeverhuizen van mijn leven als man naar mijn leven als vrouw. Daarbij zou ik de weerstand vanuit de maatschappij erbij krijgen. Begin 2000 waren toch andere tijden. De stand eindigde dus op 1 punt vóór en 2 punten tegen transitie.

Ik besloot het als hobby te houden en plaatste mezelf in de categorie travestie. Nog steeds wist bijna niemand in mijn omgeving in die tijd van mijn hobby. Zelfs mijn allerbeste vrienden durfde ik het niet te vertellen. Dat vond ik toen ook wel prima. Het was mijn geheime hobby. De hobby waar ik van kon genieten, maar me ook nog steeds enorm voor schaamde.

Inmiddels had ik de harde les geleerd dat je het een (potentiële) partner beter zo snel mogelijk kunt vertellen. Dus daar hield ik me ook aan. Maar hoe vertel je het? Tijdens een derde date met een leuke dame haalde ik diep adem en nam een stevige slok van mijn biertje. Ik pakte mijn telefoon en terwijl ik dat deed, begon ik met de tekst “Ik moet je wat vertellen.” Ik zocht een foto van mezelf als vrouw, toonde die aan haar en zei: “Dit ben ik ook – af en toe.” Dat bleek geen slimme manier. Ze staarde met grote ogen, als een hert in koplampen, naar mijn telefoon en weer naar mij. Er verscheen nog net geen Looney Tune-gat van haar profiel in de dichte deur van de kroeg, maar ik heb haar kort daarna nooit meer gezien. Zo moet ik het dus niet vertellen, bedacht ik me.

Een klein half jaar later verging het me beter. Ik had iemand ontmoet die ik écht heel leuk vond. Het klikte enorm. Tijdens het inplannen van de tweede date, kreeg ik de vraag: “Zullen we woensdag afspreken?” Dat was de eerste woensdag van de maand, de ‘T&T-dag’. Ik zei dat ik niet kon en vroeg of donderdag ook goed was. Dat was het. Aan het begin van de date op donderdag kreeg ik meteen de nieuwsgierige vraag: “Heb je iets leuks gedaan gisteren?” Ik slikte snel mijn angst weg en begon: “Jazeker, ken jij T&T?” Ze moest eerst denken aan de postbode (TNT Post was vroeger de naam van de postbezorging in Nederland) en ik moest lachen. Ik legde uit dat T&T stond voor Travestie en Transgender. “Oh,” reageerde ze. Ik vertelde dat ik er wel eens als vrouw heen ging en hield mijn telefoon wijselijk in mijn broekzak. Het werd een gesprek. Ze rende niet de tent uit, ze toonde oprecht interesse. Ik beantwoordde netjes alle vragen, ook de hele persoonlijke. Ze vroeg niet hoe ik eruitzag, dus ik heb ook geen foto laten zien. Dit kwam allemaal pas veel later.

“Heel voorzichtig hebben we het samen aan een paar mensen verteld.”

Ze werd mijn vriendin en ze stond opmerkelijk relaxed tegenover mijn ‘hobby’. Ze vertelde het aan haar beste vriendinnen en ze vond dat ik het mijn vrienden ook maar gewoon moest vertellen. Heel voorzichtig hebben we het toen samen aan een paar mensen verteld.

Met mijn hart kloppend in mijn keel vertelde ik over mijn hobby, om het onderwerp daarna zorgvuldig te vermijden. Voor de rest van mijn vrienden en mijn omgeving hield ik het geheim.

Zo’n tien jaar lang ging ik bijna elke maand naar T&T Amsterdam. Mijn vriendin ging regelmatig mee in die tijd. Tot ik tegen mijn 36ste begon te beseffen dat mijn hobby uit de hand begon te lopen. Ik had mijn hobby inmiddels als ‘ontlading’ en ‘vlucht uit de realiteit’ bestempeld. Ik begon mijn hobby te associëren met verslavingsgedrag. Want, een verslaving is ook een vlucht uit de realiteit – vond ik. En wat moet je doen met een verslaving? Stoppen. Cold turkey. Zo gezegd, zo gedaan.

In de tien jaar daarop heb ik mijn ‘hobby’ zo ver mogelijk proberen weg te drukken. Ik ging niet meer naar T&T-avonden. Ik zocht naar aspecten van het vrouw-zijn die me gelukkig maakten en probeerde die te verhuizen naar mijn man-zijn. Ik kleedde me als man bijvoorbeeld modieuzer en kocht sieraden. Niets gaf me echter hetzelfde gevoel. Heel af en toe zat het me dan weer zo hoog dat ik me toch weer even als vrouw moest kleden. Daarna bracht ik de spullen weer in een vuilniszak naar zolder. Weggooien van spullen deed ik niet meer. Dat had ik in het verleden twee keer gedaan, in de hoop het gevoel ook weg te gooien. Dat werkte dus niet. Dat wist ik inmiddels, dus opbergen op zolder leek de beste optie.

Dit ging goed tot redelijk. Althans, een groot deel van de tijd. Tot 2021. Ik was toen 46 en corona vierde hoogtij. Met mijn inmiddels vrouw deed ik een drankje in de stad. Je mocht in die periode niet op het terras zitten, maar iets afhalen bij een kroeg kon wel. We namen onze blikjes mee en gingen iets verderop aan het water zitten. Onze voeten bungelden boven het water, terwijl we in het zonnetje zaten. We hadden het erover dat ik niet lekker in mijn vel zat. Op een gegeven moment brak ik: “Ik weet gewoon niet wie ik ben,” zei ik gefrustreerd. “Ik vertoon alleen maar please-gedrag. Ik heb ook echt geen idee meer welke keuzes nu mijn keuzes zijn of keuzes zijn om maar in het perfecte plaatje te passen. Mijn buren (een cis hetero stel) hebben de pride-vlag aan hun balkon hangen en ik durf mijn allerbeste vrienden niet eens te vertellen dat ik me af en toe als vrouw kleed.” De koek was op. Ik had zoveel last van onrust in mijn hoofd. Gek werd ik van mezelf.

Ik zocht online naar een psycholoog die ervaring had met genderdysforie en regelde een verwijsbrief via de huisarts. Het zou voor het eerst zijn dat ik deze gevoelens écht bespreekbaar zou maken. In mijn hulpvraag schreef ik in april 2022: “Ik moet hier iets mee: of vrede hebben met af en toe vrouw zijn en rust in mijn hoofd als man, of – en it scares the shit out of me – accepteren dat ik als vrouw uiteindelijk gelukkiger zal zijn.”

‘Ik kan oprecht zeggen dat dit hét juiste moment voor mij is’

Het besef drong door dat ik dit deel van mezelf niet meer kon wegstoppen. Ik besloot weer naar T&T Amsterdam-avonden te gaan. Inmiddels heet het Transgenders Amsterdam. Met behulp van de psycholoog ging ik aan de slag met mijn angst voor de buitenwereld. Daarmee veranderde langzamerhand alles, als een sneeuwbaleffect. Ik begon angsten los te laten en meer vrijheid te voelen om mezelf te zijn. Ik ging aan de slag met het gevoel dat ik mezelf een freak vond en werkte aan acceptatie van dat ik me graag als vrouw presenteerde. Ik begon goede vrienden die nog van niets wisten te vertellen dat ik af en toe als vrouw de deur uitging.

Ik bestelde boeken, zoals “Een bijzondere liefde,” om meer inzicht te krijgen in het fenomeen en het effect op mijn relatie. Mijn vrouw en ik bleven goed met elkaar in gesprek. Soms liep zij voor op mijn proces en soms rouwde ze om het waarschijnlijke verlies van haar man. Wat ons overeind houdt, is dat we elkaar altijd al het beste gunden en elkaar nooit hebben willen veranderen. In het klein: ik hang de was verkeerd op en zij ruimt de vaatwasser verkeerd in. Dat accepteren we van elkaar. Verder hebben we tijdens ons huwelijk al uitgesproken dat we dat moment zagen als een intentieverklaring. We hebben de intentie om samen oud te worden, en dat geldt, gelukkig nog steeds, tot op de dag van vandaag.

In augustus 2022 had ik me al ingeschreven bij het VUmc in Amsterdam, op advies van de psycholoog. De wachttijden zijn enorm; het vooruitzicht is dat ik er pas in 2026 voor het eerst op gesprek zou kunnen komen. Dus je kon maar beter alvast op de lijst staan, voor het geval dat.

Eind 2023 had ik echter door dat ik niet zo lang meer zou wachten om de knoop door te hakken. Ik twijfelde zelf niet over wat ik wilde, maar was nog steeds bang voor de consequenties van een transitie. De angst voor de omgeving nam echter af en daarom besloot ik dat ik alvast ‘groen licht’ wilde, zodat ik, zodra ik er klaar voor was, meteen stappen zou kunnen ondernemen. In november 2023 regelde ik daarom een verwijsbrief voor een genderkliniek met een kortere wachttijd.

Daarna is er schot in gekomen. Inmiddels heb ik groen licht voor mijn transitie en wacht ik op een afspraak met een endocrinoloog. Sinds 14 oktober 2024 leef ik fulltime als vrouw.

De afgelopen 2,5 jaar waren niet alleen een complexe tijd voor mij, maar ook, nog steeds, voor mijn vrouw, mijn vrienden, mijn familie en mijn omgeving. Ik ben me hier enorm van bewust en laat dit mensen ook weten. Het heeft mij ruim veertig jaar gekost om het zelf enigszins te begrijpen en accepteren. Ik begrijp het daarom helemaal als mijn omgeving ook wat tijd nodig heeft.

Reacties verschillen. Sommige vrienden accepteerden het al voordat ik zover was. Anderen hebben meer tijd nodig en wilden graag nog afscheid nemen van mij als man. Ik heb daar begrip voor. Wel grapte ik dat ik dan wel de koffie en cake zou regelen. Hierop kwam het gevatte antwoord dat er tegenwoordig bij een uitvaart ook vaak gekozen wordt voor bier, wijn en bitterballen. Erom kunnen huilen en lachen mag allebei.

Er zijn ook mensen in mijn omgeving die het nu ineens snel vinden gaan. Ik denk dat dit komt doordat het nu concreet is en zichtbaar. Er is soms verwarring rondom de ‘rules of engagement’. “Moet ik me opnieuw voorstellen?” vroeg een vriend zich zenuwachtig af. We kunnen er achteraf prima om lachen, maar het is – denk ik – goed om je als trans persoon te beseffen dat sommigen geen idee hebben van wat ze kunnen verwachten. Ook gaat het nog vaak genoeg mis met mijn naam. De een schakelt naadloos over, en een ander vergist zich vaak. Dat laatste heb ik maar herkaderd voor mezelf. Blijkbaar hebben die personen dan niet door dat er een verschil is, wat ook weer een compliment kan zijn. Ik ben ergens nog steeds dezelfde persoon.

“Dat weet ik niet” of “dat houd ik voor mezelf” is ook een antwoord.

In mijn zakelijke coming-out heb ik voor een persoonlijke insteek gekozen. Ik vertel iedereen de rode draad van mijn verhaal. Ik vertel dat ik al sinds mijn vijfde worstel met mijn genderidentiteit. Dat ik in mijn tienerjaren een rol als man heb gekozen om pestgedrag te voorkomen en mijn vrouwelijke kant als hobby probeerde te houden. Een hobby die ik uit angst met niemand durfde te delen. Dat dit uiteindelijk niet werkte toen ik niet meer wist wie ik was. Om af te sluiten met de mededeling dat ik in transitie ga en de toekomst Roos-kleurig inzie (#flauwewoordgrap).

Deze persoonlijke insteek, in combinatie met een vleugje humor, werkt voor mij. En het wordt ook gewaardeerd dat ik mensen de ruimte geef om vragen te stellen. Sommigen vragen hele persoonlijke dingen, en dat is oké. “De vraag hebben ze toch wel, stel die dan ook maar”, denk ik dan. Ik hoef deze niet tot in detail te beantwoorden. “Dat weet ik niet” of “dat houd ik voor mezelf” is ook een antwoord.

Ik heb tijdens dit traject nog niemand verloren en heb mijn baan nog steeds. Het woordje ‘nog’ komt voort uit een restje angst. Ik besef hoe gelukkig ik me mag prijzen met zoveel warme en fijne reacties. Tegelijkertijd vraag ik me af… waarom zou een vriendschap verloren moeten gaan, of iemand ontslagen moeten worden, alleen omdat iemand wil zijn wie diegene is? Toch ken ik ook mensen voor wie het transitietraject grote consequenties heeft gehad: relaties die eindigden, geen contact meer met familie en vrienden, en een werkgever die zei: “Als je dit traject gaat starten, kun je misschien beter op zoek naar een andere baan.”

Zou ik, achteraf gezien, eerder in transitie zijn gegaan? Nee. Het is gegaan zoals het is gegaan. Als ik op mijn 26ste een andere conclusie had getrokken, weet ik niet of het net zo goed was gegaan als nu. Ik kan oprecht zeggen dat dit hét juiste moment voor mij is. Ik heb veel bereikt en kan daar nu eindelijk rust in mijn hoofd aan toevoegen.

Liefs, Rosalie

 

Credits

Branding & design Cheerleader.studio

Website development Digitmind.nl

Fotografie headers: Tengbehkamara.com