afbeelding mijn gender, wiens zorg?

9 mei 2023

Nieuw onderzoek meer kennis van genderdiversiteit nodig in de zorg

De kennis van genderdiversiteit in de reguliere zorg is onvoldoende, zo concludeert het onderzoek Mijn gender, wiens zorg? dat minister Ernst Kuipers (VWS) vandaag naar de Tweede Kamer stuurde. Ook is er tijdelijk meer capaciteit nodig om de wachtlijsten in de transgenderzorg weg te werken. Transgender Netwerk roept de minister op om aan de slag te gaan met de aanbevelingen en meer te doen dan bestaand beleid voort te zetten: “wij willen over vijf jaar kunnen zeggen dat dit een keerpunt was: dat de wachtlijsten een stuk korter zijn geworden en er op meer plekken in de maatschappij kennis en begrip van genderdiversiteit is gekomen.’


Om de druk op de transgenderzorg te verminderen is het nodig dat er meer kennis van genderdiversiteit in alle onderdelen van de zorg én de maatschappij komt. Dat concludeert de Radboud Universiteit in haar onderzoek naar de toename in en veranderingen van de vraag naar transgenderzorg. Daarnaast is er ook tijdelijk meer capaciteit in de gespecialiseerde transgenderzorg nodig om de wachtlijsten weg te werken, zo schrijven de onderzoekers.

Onmisbaar

Die specialistische zorg is volgens de onderzoekers van onmisbare waarde voor trans personen. Alleen is het volgens hen niet de meest passende plek voor alle urgente zorgvragen. De reguliere zorg (huisartsen, reguliere GGZ) hoort veel meer vragen van trans personen op te vangen, maar is daar nu nog onvoldoende op ingericht.

Zo zitten trans personen vaak met klachten die door minderheidsstress komen. Dat betekent dat de last van het anders-zijn bij trans mensen zelf blijft liggen. Met deze klachten horen zij volgens de onderzoekers terecht te kunnen in de reguliere zorg. Maar die verwijst trans mensen te snel door naar de specialistische zorg. Wat alleen maar tot gevolg heeft dat de wachtlijsten daar langer worden en klachten door het lange wachten verergeren.

Er moeten snel plannen komen over het vergroten van de kennis over genderdiversiteit bij de reguliere GGZ en huisartsen.

“De transgenderzorg hoort niet de problemen van kennisgebrek elders op te lossen, iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen,” stelt Sophie Schers, beleidsadviseur van Transgender Netwerk. “De KNMG moet beginnen trans en non-binaire personen serieus te nemen, bijvoorbeeld door vaart te maken met een richtlijn voor huisartsenzorg aan genderdiverse mensen.”

Inhaalzorg


Tegelijk met het onderzoek van de Radboud Universiteit stuurt de minister ook een rapport van SiRM aan de Kamer. SiRM heeft verschillende scenario’s uitgewerkt die een idee geven van hoe de vraag naar transgenderzorg zich kan ontwikkelen. Ook SiRM geeft aan dat er (in alle scenario’s) inhaalzorg nodig is om de wachttijden te verminderen. “Deze rapporten geven goed inzicht in wat er nu nodig is,” zegt Schers. “De minister moet snel om de tafel met zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Er moeten nú plannen komen voor de aanbevolen inhaalzorg.”

De reactie van minister Kuipers op de rapporten laat zien dat er al veel gebeurd. Veel beleid betreft een voortzetting van de afgelopen jaren, waarin wachtlijsten juist toenamen. Met de toenemende maatschappelijke verharding richting trans personen die zich ook richt op transgenderzorg is het nodig dat zowel de zorgverzekeraars als de Ministeries van VWS en OC&W met effectieve maatregelen gaan komen. “Transgender Netwerk wil dat we over vijf jaar kunnen zeggen dat dit het keerpunt was, wachtlijsten korter zijn geworden en er op meer plekken in de maatschappij kennis en begrip van genderdiversiteit is gekomen.”

Toename

Het onderzoek van de Radboud Universiteit gaat ook in op de vragen of er meer trans personen zijn dan vroeger, en hoe de toegenomen zorgvraag verklaard kan worden. Door verschillende onderzoeken naast elkaar te zetten laat het rapport zien dat de groep transgender mensen nooit duidelijk in kaart is gebracht en dat maakt het lastig om te bepalen of er nu daadwerkelijk meer trans mensen zijn. Wat wél gemeten kan worden, is dat er een toename in de aanmeldingen voor transgenderzorg is. Meer mensen vinden hun weg naar de specialistische zorg. Maar dat wil volgens de onderzoekers niet zeggen dat deze mensen er vroeger niet waren, of dat er vroeger geen behoefte aan die zorg was, die er toen ook veel minder was.

Een veelgehoorde verklaring is dat door toegenomen media-aandacht ook meer mensen bij zichzelf herkennen dat ze trans zijn. Het Radboudonderzoek toont aan dat de aandacht voor transgender thema’s tussen 2011 en 2022 in kranten en op Twitter inderdaad is toegenomen. Transgender mensen zijn een stuk zichtbaarder geworden, maar ervaren nog steeds minderheidsstress. De onderzoekers spreken dan ook over onvoltooide emancipatie. Bovendien signaleren ze een verharding in de media-aandacht de laatste jaren.

Transgender Netwerk signaleert dat deze pushback tegen verdere emancipatie ook in de persoonlijke levens van trans mensen gevoeld wordt. “De zichtbaarheid maakt transgender mensen extra kwetsbaar in deze tijd waarin de houding in media richting deze groep zich verhardt”, zo stelt Schers. “Wat niet alleen tot meer minderheidsstress leidt, maar ook bijdraagt aan meer geweld en discriminatie; hier mag de maatschappij niet van wegkijken.”

De onderzoeken kunnen hier gevonden worden.

Credits

Branding & design Cheerleader.studio

Website development Digitmind.nl

Fotografie headers: Tengbehkamara.com