In de NPO-serie Goliath hoor je elke week over een rechtszaak waarin burgers het opnemen tegen een ‘reus’, zoals een multinational, een overheidsinstantie, of zelfs de Staat der Nederlanden. Journalist Annette van Soest doet verslag samen met oud-raadsheer in de Hoge Raad Ybo Buruma.
Er zijn afleveringen over onterechte belastingaanslagen, medische missers, discriminatie, geluidsoverlast en in aflevering 8 komt Senn van Beek aan het woord over diens besluit om de Staat voor de rechter te dagen. De ingangsvraag van deze aflevering luidt: “Wat als je voor de wet niet bestaat?” Want zo voelde het voor Senn, die zich identificeert als non-binair.
De belangstelling van oud-rechter Buruma voor deze zaak is direct gewekt, als hij uit zijn voorbereiding oppikt dat er in Nederland maar liefst 230.000-300.000 mensen zijn die zich non-binair voelen. Dit is, zo concludeert hij, geen niche-onderwerpje. Bijna niet te geloven dat rechters sinds 2018 slechts ruim vijftig keer opdracht aan gemeenten gegeven hebben om iemands gendermarker aan te passen. Niet omdat verzoeken afgewezen worden, want dat is bij zijn weten maar één keer gebeurd, maar omdat er dus maar weinig verzoeken worden gedaan. Wellicht, denkt hij, omdat mensen de weg niet weten, of op zien tegen de papieren rompslomp.
Ik voelde me gewoon niet gezien, en dat is eenzaam – Senn van Beek
Zo niet de non-binaire Senn, voor wie dit een principekwestie is. Senn wilde graag een X in diens paspoort. Maar die ontdekte dat de wijziging van diens gendermarker naar X via de rechter moet, terwijl een verandering van M naar V, en andersom, door de gemeente zelf kan worden gedaan. Dit raakt aan ongelijke behandeling.
Een ander probleem is dat nogal wat wetten en regels op het binaire onderscheid van M en V zijn opgesteld. Neem nu het aangeven van je kind: dat doe je als vader of moeder. Wat moet een non-binaire persoon in dit geval? Waarom is er geen optie ‘ouder’? Senn wil dat de overheid niet alleen de mogelijkheid biedt van een gendermarker X, maar dan ook wetten en regels waar nodig zo vormgeeft dat er echt rekening wordt gehouden met het bestaan van non-binaire mensen.
Buruma bevestigt dat er met non-binaire personen op bepaalde thema’s in de wet geen rekening wordt gehouden, zoals Senn zelf ook aangeeft. De ingangsvraag van de aflevering is wat te sterk gesteld, vindt hij, omdat daar waar de wet spreekt over ‘de persoon die…’ (met het voornaamwoord ‘hij’), ook vrouwen en non-binaire personen bedoeld worden. Senn bestaat dus juridisch wel, maar voor hun slaan bepaalde wetten en regels inderdaad de plank goed mis. Buruma geeft daarvan meerdere voorbeelden: emancipatiewetten waarin quota M/V worden genoemd, maar ook: kom je in een mannen- of een vrouwengevangenis, en wie mag jou fouilleren? Dus ja, er zijn zeker wetten die moeten worden aangepast.