Op zoek naar cijfers? We zetten er een paar op een rijtje, met links naar de achterliggende onderzoeken.
Hoeveel transgender mensen zijn er in Nederland?
Onderzoek van kenniscentrum Rutgers (2023) schat het aantal transgender personen op 2,2% van de bevolking. Hiervan identificeert 1,8% zich niet uitsluitend of geheel niet als man of vrouw en wordt dus als non-binair aangeduid. De overige 0,4% zijn binaire transgender mannen en vrouwen.
Het CBS schat in dat zo’n 1% van de bevolking (binair of non-binair) transgender is (2024).
6% van de Nederlandse bevolking vindt het belangrijk om neutraal aangesproken te kunnen worden. Dit cijfer komt uit onderzoek door Panteia (2019), in opdracht van de regering.
Volgens Rutgers (2023) overweegt ruim 6.4% van de bevolking een X als geslachtsregistratie als dit via het gemeentehuis kan (dit moet nu nog via de rechter). 3,7% geeft aan het “(zeer) waarschijnlijk daadwerkelijk” te gaan doen als het via het gemeentehuis kan.
Cijfers per thema
Werk
De positie van transgender mensen op de arbeidsmarkt is zorgelijk: volgens het SCP (2022) hebben trans mensen minder vaak werk, en zaten ze bijna drie keer zo vaak in de bijstand als gemiddeld. De Factsheet Inclusie van trans en non-binaire mensen op de werkvloer (2022) biedt inzicht in ervaringen op het werk: bijna de helft van de trans mensen heeft verbaal geweld meegemaakt op de werkvloer, 23% heeft seksueel geweld meegemaakt, en 13% fysiek geweld. Toch melden veel mensen discriminatie op het werk niet. Bekijk voor meer onderzoek naar werk en genderdiverse mensen het rapport Inclusion4All (2022), en de Gids voor werkgevers (2018).
Discriminatie
Volgens het CBS (2024) maakt 40% van de non-binaire mensen discriminatie mee. Jaarlijks vind je hier de cijfers van het aantal meldingen van discriminatie tegen trans en non-binaire mensen.
Geweld
Uit de data van de Veiligheidsmonitor (CBS, 2024) bleek dat bijna een kwart (23,5%) van de non-binaire mensen in Nederland een geweldsdelict meegemaakt heeft. Dat is bijna vier keer zo vaak als gemiddeld.
21% van de transgender jongeren tot zestien jaar wordt thuis geschopt of geslagen. Dit is ruim twee keer zo vaak als bij cisgender leeftijdsgenoten (SCP, 2018).
Volgens het CBS (2024) is 31% van de non-binaire mensen slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag, en 25.9% van de non-binaire mensen slachtoffer van huiselijk geweld.
Online haat
Omdat online haat tegen trans mensen nog niet strafbaar is, wordt het weinig gemeld en zijn er dus ook weinig cijfers van. Maar het staat vast dat online haat een groeiend probleem is voor genderdiverse mensen. Uit cijfers van de Groene Amsterdammer (2023) blijkt dat het aantal online haatberichten over transgender mensen in drie jaar tijd bijna is vertienvoudigd. Ook de AIVD ziet veel online haat tegen trans personen. En uit data van de Veiligheidsmonitor (CBS, 2024) blijkt dat non-binaire mensen acht tot tien keer vaker dan gemiddeld online te maken hebben gehad met bedreiging, intimidatie en pesten.
Leefsituatie
In de LHBT-Monitor van het SCP (2022) staan cijfers over de leefsituatie van transgender mensen in Nederland. Zo heeft ruim de helft van de transgender personen een laag inkomen, bijna twee keer vaker dan gemiddeld.
Acceptatie
14% van de Nederlanders vindt het een probleem als hun kind les zou krijgen van een transgender docent. Dat blijkt uit de Lhbtiqa+-monitor 2024 in opdracht van de overheid. In 2020 lag dat cijfer lager, toen gaf 9% aan het een probleem te vinden. In de Lhbtiqa+-monitor vind je meer cijfers over de acceptatie van trans mensen in Nederland.
Uit onderzoek door de GGD blijkt dat het aantal jongeren dat het ‘verkeerd’ vindt als iemand trans is bijna verdubbeld is van 13% in 2021 naar 25% in 2023.
Zorg
Een deel van de transgender en non-binaire mensen wil hun lichaam aanpassen met medische ingrepen zoals een hormoonbehandeling en/of operaties. Uit de Monitor Seksuele Gezondheid (Rutgers, 2024) bleek dat zeker 64% van de transgender en non-binaire mensen geen behandeling wil, en zo’n 10% daaraan twijfelt.
Media willen vaak weten hoeveel mensen spijt hebben van hun transitie. Dat cijfer is er niet, wel weten we dat volgens onderzoek 1% spijt heeft van (sommige) medische stappen.
Een veelgehoorde overtuiging is dat de groei van het aantal mensen dat zich aanmeldt voor genderzorg komt doordat jongeren elkaar ‘sociaal besmetten’ met het idee dat ze trans zouden zijn. Onderzoek toont aan dat er geen sprake is van een dergelijk verschijnsel.
Ook volgens Nederlands onderzoek is er geen bewijs dat het aantal transgender mensen de afgelopen jaren is toegenomen. Het percentage transgender en non-binaire volwassenen in de Monitor Seksuele Gezondheid (Rutgers, 2024), is in vergelijking met 2017 constant gebleven.
Meer weten over de toegenomen vraag naar genderzorg in Nederland? Raadpleeg Mijn Gender Wiens Zorg? (Radboud Universiteit 2023) en Onderzoek naar vraag naar transgenderzorg (SiRM, 2023).
In de transgenderzorg zijn lange wachtlijsten, tot soms wel zes jaar voor een eerste afspraak. Onderzoek laat zien dat de lange wachtlijsten in de transgenderzorg leiden tot een slechtere gezondheid en een groter beroep op de gezondheidszorg.
Volgens cijfers van 113 doen transgender mensen 5 tot 10 maal vaker een zelfmoordpoging
dan gemiddeld.
Zoek je cijfers die niet onder bovenstaande thema’s vallen? Mail of bel ons dan, misschien kunnen we je helpen met het vinden van het juiste onderzoek.