foto van oranje lintje

29 april 2020

Lintje voor Els Schijf voor inzet transgender kinderen

“Ondanks alles werd het toch een feestelijke dag”, vertelt Els Schijf. De moeder van een transgender dochter ontving vrijdag 24 april een koninklijke onderscheiding voor haar jarenlange inzet voor transgender kinderen. Haar grootste zorg nu? “Het zou goed zijn als alle kinderen meekrijgen dat er variatie in gender bestaat.”

De Utrechtse burgemeester Jan van Zanen belde Els Schijf vrijdagochtend 24 april om te vertellen dat ze gedecoreerd zou worden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Later dit jaar hoopt de gemeente een bijeenkomst te organiseren voor alle gedecoreerden om de lintjes echt op te spelden.

“Heel mooi,” zegt ze, “en ik was blij verrast. Maar het voelt een beetje dubbel omdat je het maar beperkt kunt delen. Er waren bloemen en er was taart, de mensen van Transvisie die een aanbeveling hadden geschreven, hadden een Zoom-bijeenkomst georganiseerd en mijn kinderen zijn allemaal langsgeweest.”

Els Schijf is een van de oprichters van een lotgenotencontactgroep voor ouders van transgender kinderen. Die heette destijds Berdache, naar de benaming voor Noord-Amerikaanse two-spirited mensen. Nu is dat ‘Genderkind en ouders’ (Go) en valt de contactgroep onder de (Patiëntenorganisatie) Transvisie. Het is een groep van en voor ouders met kinderen die vragen hebben over hun genderidentiteit. De contactgroep is ontstaan vanuit de behoefte van ouders om deze transgender kinderen beter te begrijpen en daardoor beter te kunnen begeleiden. GO geeft informatie, organiseert bijeenkomsten (nu even niet) en heeft een telefonisch service (gaat wel door).

Schijf is sinds 1996 betrokken bij Transvisie en eerder, de Vereniging Humanitas. “Mijn dochter is nu 29″, zegt ze. “Het begon voor haar al te spelen toen ze twee, drie jaar oud was. Transgender was toen nog een ongekend fenomeen. We hebben met andere ouders zelf dingen uitgezocht.” Ze startte met die andere ouders ook de organisatie van ouderbijeenkomsten, vertelt ze. “Al snel gevolgd door kinderdagen en familiedagen.” Lange tijd beantwoordde ze ook de hulptelefoon van (toen nog) Berdache. En ze heeft heel veel gedaan aan onderling contact, website, Facebook, brochures, voorlichtingsmateriaal en nieuwsbrieven.

Verder schreef ze ‘Hoera, het is een mensje!’ een leidraad voor ouders van genderdysfore kinderen, uitgegeven bij Transvisie in 2010. En ‘Genderdysforie en school’, ook in 2010. Dat ging over een goede begeleiding van genderdysfore leerlingen. “Ik ben nu bezig om de boekjes samen te voegen en te herschrijven. Dat is nodig want ons denken over genderdysforie en expressie is flink veranderd. Het wordt niet meer als een psychische aandoening gezien, maar als een normale ontwikkeling die wat extra begeleiding vraagt.”

“Dat is wat we willen uitdragen”, vervolgt ze. “Ook naar media en hulpverlening. Dat genderdiverse gevoelens hooguit begeleiding vragen, maar geen therapie.”

Schijf werkt nu niet voor GO, maar nog wel bij Transvisie, “een grote organisatie, met vele groepen, ruim honderd bijeenkomsten per jaar en zo’n tachtig vrijwilligers. Het infopunt is een telefonisch aanspreekpunt. “Dat is in coronatijd nog steeds zo”, vertelt ze. “We bellen mensen nu vanuit huis terug. De bijeenkomsten van Transvisie zijn deels via Zoom georganiseerd.”

Ze roemt de inzet van Peggy Cohen en Henriette Delemarre. Zij hebben een invloedrijk behandelingsprotocol opgesteld voor transgender kinderen en pubers. “Baanbrekend werk”, zegt ze, “maar het zou goed zijn als er voor álle kinderen meer ruimte komt. Dat ze meekrijgen dat gender gevarieerd is, dat het niet vastligt, dat er allerlei expressievormen zijn en dat ze zich vrij voelen om daarin te experimenteren. Dat meisjes bijvoorbeeld ook stoer kunnen zijn en jongens met poppen kunnen spelen.”

Tekst: Ton van den Born, Foto: Wikipedia

Credits

Branding & design Cheerleader.studio

Website development Digitmind.nl

Fotografie headers: Tengbehkamara.com