Vaak heb ik mensen om mij heen zien worstelen met de gendernormen die ze kregen opgelegd, zowel in mijn werk als docent als in het dagelijks leven. Op het moment dat zij hun genderidentiteit beginnen te exploreren, gebeurt dat soms met waardering, soms met afkeuring van hun omgeving.
Zelf ben ik in de tachtiger jaren van de vorige eeuw uit Zuid-Afrika naar Nederland gevlucht, omdat ik niet in het leger van het apartheidsregime wilde vechten. Dat ik in militaire dienst moest en voor de keus werd gesteld om te vluchten of de gevangenis in te gaan had puur met gender te maken. Als jongen had ik, net zoals alle andere jongens in mijn land, niet de vrijheid om zelf te bepalen wat het betekent om man te zijn. ‘Man zijn’ werd onlosmakelijk gekoppeld aan geweld, dominantie en oorlog. In veel NAVO-landen waar de dienstplicht van kracht is, worden nog steeds uitsluitend mannen hiervoor opgeroepen.
Eenieder moet mijns inziens vrij zijn om zelf zijn, haar of hun genderidentiteit te bepalen en daar invulling en uiting aan te geven. Ik ben cisman, maar wil graag zelf beslissen wat dat betekent. Gender moet geen veroordeling zijn tot bepaalde rollen, gedrag of normen. Graag zet ik me in voor een mooie en diverse samenleving, waarin mensen vrij hun identiteit kunnen ontwikkelen en daar uiting aan kunnen geven.