“Liefde is het thema van mijn verhaal”, zegt Eric Hage (1964), kunstenaar. “Dat is waar ik van uitga in mijn werk en in mijn leven”. Transgender zijn is een ander thema. “Langzamerhand komt nu de man vrij die er altijd was”.
“Mijn leven is redelijk ingewikkeld geweest. Dat mijn Indonesische oma en moeder in een Jappenkamp hebben gezeten en mijn opa Nederlands marinier in Indië was, heeft een grote stempel gedrukt op ons leven. Toen zij na de oorlog in Nederland kwamen, was er geen aandacht voor hun verhaal. Daarnaast heb ik een incestverleden. Dit allemaal bepaalde de sfeer waarin ik opgroeide.
Op mijn 17e liep ik weg van huis. Ik wilde naar de kunstacademie, maar dat was te duur, dus begon ik een grafische opleiding. Na 1,5 jaar werd ik ziek. Ik had een erfelijke zenuwafwijking en door mijn verleden bleek ik ook een meervoudige persoonlijkheid te hebben. Ik kwam in een rolstoel terecht. Daar heb ik mijzelf in zo’n 15 jaar redelijk uitgewerkt en op mijn 40e haalde ik het diploma voor grafisch ontwerper.
Dit jaar doe ik voor de derde keer mee aan de zomerexpo van het Gemeentemuseum Den Haag. Dat ik uit een 3000 aanmeldingen ben gekozen, voelt als erkenning. Het eerste thema in 2011 was ‘liefde’. Mijn werk was een miniatuurboekje met een universele liefdesverklaring in zeventien talen. Verder heb ik nu ook mijn derde solo-expositie in de Synagoge Weesp. Ik wil met mijn werk verbinding realiseren. Als ik zie dat dit werkt, ben ik het gelukkigst”.
Muren
“Na het overwinnen van de meervoudigheid en accepteren van de rolstoel, bleef het jongensgevoel over. Het boek ‘Een butch zingt de blues’ van Leslie Feinberg was een echte eye-opener. Na de zoveelste depressieve periode meldde ik mij in 2011 bij de genderkliniek van het VUmc en kwam ik bij de transmannengroep. Dat was heel heftig: er was heel veel herkenning en tegelijk veel angst, want ik zat niet te wachten op weer een enorm traject. Huilend stond ik na die eerste avond op het perron.
In een zoekersgroep van Transvisie wilde ik voor mijzelf weten: zijn dingen te verklaren vanuit mijn incestverleden of wil ik echt man zijn? Dat is nu helder. Een punt is wel dat ik langzamerhand weet waar grenzen liggen voor mijn lijf en wat hebben hormonen dan voor effect? Dat onderzoek ik nu”.
Eenheid
“Dit voorjaar schreef ik een stuk over de regenboogvlag en wat die symboliek voor mij betekent. De vlag gaat over eenheid zoeken in verbinding. Dat doe ik ook in mijn werk. Mijn werk is mijn redding geweest, het gaf mij de kans dingen zichtbaar te maken voor mijzelf en ook naar anderen te communiceren. Ik werk nog aan een expositie waarin de incest, de meervoudigheid en het transgender zijn een plek krijgen.
Mijn naam? Die heb ik aangepast toen ik ongeveer 27 jaar oud was. Mijn moeder noemde mij vroeger vaak Eric en dat voelde beter. Ik droeg ook regelmatig overhemden van mijn vader of broer. In meisjeskleren voelde ik mij vaak travestiet. Toch ben ik heel erg als meisje opgevoed, dus iedere stap is een worsteling, maar uiteindelijk voelt het alsof ik meer mijzelf word. Ik word steeds meer de jongen die ik wil zijn. Het regenboogverhaal was een soort coming-out naar mijn omgeving en er komen gelukkig veel mooie reacties op.
De liefde is wat mij drijft. Niet de romantische liefde, hoewel ik heel verliefd kan worden, maar een meer universele liefde. Ik ben opgegroeid met veel boosheid. Dat loslaten en leren vergeven is hard werken, maar hoe meer je vanuit liefde kunt doen, hoe mooier het leven wordt. En hoe waardevoller de connecties met mensen.
Het is zo mooi als ik zie hier in de expositie hoe mensen geraakt worden. En je te realiseren dat de verbinding die je realiseert ook heling kan inhouden. Ik heb vroeger geleerd een hekel te hebben aan mannen en toch voel ik me er één. Dan moet je wel zoeken naar verbinding tussen het mannelijke en vrouwelijke. Zo kom je bij de kern van de mens, voorbij die scheiding”.
Lees hier het verhaal over de regenboogsymboliek van Eric
Tekst en foto: ton van den born