Afgelopen week heeft de politie het jaarlijkse overzicht van aangiftes van discriminatie, POLDIS 2010, uitgebracht. Over het geheel genomen nemen klachten toe. Van alle discriminatiegronden is dat het duidelijkst te zien bij discriminatie op grond van seksuele gerichtheid. Aangiftes op grond van transseksualiteit of travestie zijn er nog heel weinig.
In totaal zijn er het afgelopen jaar tien klachten op grond van transseksualiteit geregistreerd bij de politie en drie met travestie als grond. Dat waren er in 2009 4 voor transseksualiteit en 0 voor travestie. Klachten m.b.t. seksuele gerichtheid zijn er veel meer: 659, wat een stijging van 54% ten opzichte van het jaar daarvoor oplevert. De grotere aandacht voor aangiftebereidheid verklaart een deel van de stijging, maar tegelijk is de hoeveelheid aangiftes zeker voor trans-gerelateerde zaken, nog maar het topje van de ijsberg. Discriminatie vindt vooral in de woonomgeving plaats (58%). Schelden is de meest voorkomende vorm van discriminatie (58%).
TNN maakt zich ernstig zorgen over het gebrek aan meldingen bij de politie want we weten dat de werkelijkheid ernstiger is dan de statistieken weergeven. De klachten van transgenders vallen echter niet allemaal onder de discriminatiegrond geslacht. Vaak genoeg worden transgenders voor homo uitgescholden. Dan valt dat onder de grond seksuele gerichtheid. Het draait namelijk om de grond van de klacht niet om de persoon die gediscrimineerd of aangevallen wordt.
Dankzij financiering door Mama Cash is TNN nu ook bezig met een project om discriminatie van transgender personen in beeld te krijgen. Daartoe heeft TNN een meldpunt op haar eigen site opgezet en wisselt ze kennis uit met anti-discriminatiebureaus. Later dit jaar zullen er ook in verschillende steden voorlichtingen over discriminatie en wat je kan doen wanneer je als transgender gediscrimineerd bent. Een folder met uitgebreide informatie hierover is al gratis te bestellen via de website.
Ook de zichtbaarheid van geweld en discriminatie tegen transgenders lijdt onder de beperkingen en het gebrek aan eenduidigheid van het registratiesysteem. TNN is actief bezig om transgenders onder de aandacht te brengen bij de politie en drempel om naar de politie te stappen daarmee ook te verlagen. De politie is beslist geïnteresseerd om problemen van transgenders op te nemen en aan te pakken. In Utrecht en Rotterdam zullen bijeenkomsten plaatsvinden waar politie en transgenders met elkaar kunnen praten over problemen, wanneer je aangifte kunt doen en welke drempels er bestaan.
Samen met de politie Amsterdam werkt TNN aan het inventariseren waar politie en transgender elkaar raken. Met het Landelijk Homonetwerk Politie, het netwerk van lesbische, homo, biseksuele en trangender-agenten en personeel van de politie, hebben we goed contact en houden we in het najaar een workshop. Het netwerk wil vanaf volgend jaar ook structureel samenwerken in het transvriendelijk maken van de politie. Er zijn al een aantal transgenders werkzaam bij de politie, ook in uniform.
Evenals het COC vind TNN dat in het kader van preventie er zo snel mogelijk aandacht voor seksuele diversiteit moet komen in het onderwijsprogramma. Hoe vroeger mensen bekend zijn met gender- en seksuele diversiteit, hoe minder problemen ze hiermee hebben en hoe makkelijker het leven van seksuele minderheden is.