TNN roept trans personen op om altijd melding te maken van discriminatie of om aangifte te doen. In deze blog vertelt Wilma over haar ervaring, twijfels en uiteindelijk redenen om toch aangifte te doen.
“Als je vijfentwintig jaar samen hebt geleefd met een narcist, zo eentje van het ergste soort, je verkracht, mishandeld en gepest bent en als je dat óók nog nooit aan iemand hebt verteld dan ben je niet iemand die snel naar de politie stapt en aangifte doet. Ik durfde dat niet, zo groot was de terreur. Daar kwam alleen nog maar meer ellende en gedoe van. Dat hield ik mezelf voor. Ik had ook nog een kindje dat ik wilde beschermen. Hartstikke fout natuurlijk!
Wending
Een paar jaar geleden veranderde mijn leven heel onverwacht. Ik raakte van het een op het andere moment alles kwijt, maar dan ook letterlijk alles. Alleen de kleding die ik droeg had ik nog. Helemaal opnieuw beginnen met je leven en dat ook nog eens in je uppie. Ik had gelukkig wel een paar hele goede hulpverleners. Dankzij hen zag ik het al snel als een nieuwe kans. Eindelijk was er ook ruimte om mezelf te kunnen zijn. Ik kon gehoor geven aan het gevoel dat ik al heb sinds ik een jaar of vijf oud was. Het was niet zozeer een gevoel. Het was een zeker weten tot in het diepste van mijn wezen. Ik ben een vrouw, gevangen in een mannenlichaam. Ik begon mijn leven vorm te geven zoals ik dat wilde en ik nam me stellig voor niet in dezelfde valkuilen te stappen.
Test
Afgelopen zomer, op een mooie zonnige zondag had ik voor de allereerste keer in mijn hoedanigheid als Wilma, toeristen rondgeleid door de prachtige monumenten in de stad waarin ik woon. Het ging fantastisch. Iedereen was enthousiast en blij, de bezoekers, mijn collega’s (waarvan vele een of meer generaties ouder zijn) en ik natuurlijk. Je begrijpt natuurlijk wel dat ik in dit beroep keurig gekleed en verzorgd moet zijn. Als stadsgids moet je verhaal centraal staan (en liefst blijven hangen) en niet hoe je er uitziet. Missie meer dan geslaagd. Dus met mijn hoofd in de wolken liep ik rond een uur of zes in de middag terug naar huis. Half in de straat stond een huurauto geparkeerd met twee jonge mannen erin. Zijraampjes open, arm half buiten het portier. De auto bewoog ritmisch mee op de kenmerkende muziek die als een waterval naar buiten gutste. Ik was zeker al tien meter verder toen ik ze tegen elkaar hoorde praten. ‘WTF was dat?’ ‘Een tyfushoer man, dat zie je toch zo.’ Ik dacht; niet reageren, niet omkijken. Hoofd rechtop meissie en rustig doorlopen. Maar even later hoorde ik de auto achteruit racen. Ik keek niet op of om. Eenmaal naast me stopte de auto, riepen ze nog wat en werd ik vanuit de auto bekogeld met Coca Cola, Fanta en zuiveldrank. Ik zat werkelijk van top tot teen onder. Gelukkig kwamen er toen andere automobilisten de straat in en scheurden ze weg.
Probeer het maar te vergeten
Daar liep ik dan. Ik voelde mij zo ontzettend vernederd, vies en klein, maar ik moest nog een heel eind naar huis. Ik beet op mijn lippen om de tranen te bedwingen. Ik had het liefst ter plekke dood willen gaan. Een triest einde van een heel belangrijke en mooie dag. Thuis bekeek ik mijzelf in de spiegel en het eerste wat ik zei was: probeer het maar te vergeten. Doe maar net alsof er niets is gebeurd. Maar dat heb ik al jaren gedaan en wat heeft me dat gebracht? Ik had mezelf iets beloofd. Dus laat jezelf horen, sprak ik mezelf toe. Maar aangifte doen is nog niet zo heel gemakkelijk. Dan moet je naar het politiebureau. Aan de balie een afspraak maken. Iedereen die daar zit te wachten kan het heerlijk volgen, want privacy ho-maar. Dan moet ik me natuurlijk ook legitimeren. Daar zat het grootste probleem. Op mijn paspoort stond nog dat ik man was en op de foto ernaast prijkte ik nog in mijn gevangenispakje. Dus moet ik dat ook nog allemaal gaan uitleggen. Hoe zullen ze reageren? Hoe zullen ze me aanspreken? Misschien wordt het wel afgedaan met iets van: je zult er wel om gevraagd hebben. Dan maken ze een afspraak en moet ik later terug komen en dan krijg ik dat hele circus weer over me heen. Dus ik stond er helemaal niet zo om te springen om aangifte doen, ondanks mijn goede voornemens. Maar als ik niets zeg weet niemand dat er iets aan de hand is.
Verademing
Wat blijkt? Je kunt ook online aangifte doen. Niks naar het bureau komen. Snel en gemakkelijk, kort en krachtig een formulier invullen. Waarbij ik ook kon aangeven wat voor soort discriminatie het betrof. Vooruit dan maar. Transgender. Heb ik in ieder geval mijn plicht gedaan en nu toch maar proberen het te vergeten. Van die aangifte hoor je immers nooit iets meer. De politie heeft het druk genoeg met andere zaken. Maar de dag erna werd ik gebeld door iemand van discriminatiezaken van de politie. ‘Hallo met Richard van roze in blauw. U heeft gister aangifte gedaan. Nou lees ik dat u transgender bent. Hoe wenst u aangesproken te worden? Met meneer of mevrouw?’ Ik viel bijna van mijn geloof. Wat een verademing, iemand die het meteen snapt. Ik hoef niks uit te leggen. Er was direct een enorme vertrouwensband en bij mij gingen zo’n beetje alle sluizen ineens open. Ik heb nog verschillende gesprekken met hem gehad. Dat is zo ontzettend goed geweest. Ik hoefde het niet weg te stoppen. Ik kon mijn angst, verdriet en vernedering een plaatsje geven. Bovendien stond deze akelige aangelegenheid geregistreerd. Als er iets gebeurt, met mij of met iemand anders onder dezelfde omstandigheden, dan zijn er misschien wel aanknopingspunten. Daar was Richard ook heel open en eerlijk in. De kans dat ze gepakt werden was erg klein. Ik had geen kenteken gezien, er waren geen getuigen. Dus onderzoek-technisch was het een moeilijk geval. Maar dat vond ik niet erg, ik was zelf al tot die conclusie gekomen. Ik ben echter zo ontzettend fijn te woord gestaan. Ik werd gerespecteerd en geloofd.
Geen angst
Ik weet nu dat ze echt wat met je aangifte doen. Heel snel zelfs al. Dat heeft me ook een stuk zekerder gemaakt. Dus als ik nu door de stad naar huis loop heb ik geen angst meer, weet ik waar ik op moet letten als er iets vervelend gebeurt. Doe ik meteen aangifte en is de kans dat ze wel gepakt worden groter. Maar nog belangrijker, door mijn melding weten ze dat er iets speelt. Dat er dingen fout gaan, niet goed zijn. Pas als je het probleem ik kaart kunt brengen en de omvang kent kun je er iets aan doen om het te voorkomen. Dus niet bang zijn, gewoon aangifte doen en heus… de politie is je beste vriend.”
Met regelmaat verschijnt er een nieuwe blog en/of video. Lees hier de eerste drie blogs terug over ervaringen, melding maken bij een antidiscriminatiebureau of via het roze in blauw netwerk van de politie. Het volgende blog is van de hand van het College van de Rechten van de Mens en wat zij voor je kunnen betekenen.
Meld hier discriminatie bij TNN; zij kan je adviseren en eventueel doorverwijzen. Of gebruik het stroomschema om zelf uit te zoeken waar je het beste terecht kan.