Binnenkort vergadert de Tweede Kamer over een wetsvoorstel waarmee je eenvoudiger de geslachtsvermelding op je ID-bewijs kunt aanpassen. Er zijn tal van onderzoeken die laten zien waarom dat een goed idee is. Wij zetten ze voor je op een rijtje.
Als je je geslachtsregistratie wilt wijzigen moet je nog altijd langs een psycholoog of arts. In het nieuwe wetsvoorstel staat dat dit niet meer hoeft, de ‘deskundigenverklaring’ vervalt. Dat scheelt transgender en intersekse mensen geld, een lange wachttijd en een betuttelend of vernederend gesprek, waarin je moet bewijzen dat je genderidentiteit echt is.
Kinderen onder de 16 jaar krijgen in het wetsvoorstel ook de mogelijkheid om hun geslachtsregistratie te wijzigen, alleen moeten zij er nog voor naar de rechter. Liever zien wij dat kinderen dit samen met hun ouders bij de gemeente in plaats van in de rechtszaal kunnen regelen.
Het wetsvoorstel krijgt steun van onder andere de kinderombudsvrouw, de VN en het College voor de Rechten van de Mens. Maar er is ook kritiek vanuit een kleine maar luide groep. Daarom zetten we een paar belangrijke bevindingen uit onderzoek voor je op een rij. Zo kun jij onderbouwde antwoorden geven als je uitlegt waarom het een goed idee is dat transgender en intersekse mensen zelf over hun genderidentiteit beslissen.
1. De tijd dat men dacht dat je als transgender persoon aan een stoornis lijdt ligt achter ons.
De World Health Organisation heeft in 2018 voorgesteld om transgender-zijn niet langer als psychische stoornis te zien. In januari 2022 is de nieuwe richtlijn (ICD-11) van kracht gegaan.
2. In landen als Denemarken, Noorwegen, Malta en IJsland waar je al op basis van een eigen verklaring je geslachtsregistratie kunt aanpassen, gaat dit prima.
De VN-rapporteur voor de mensenrechten van LHBTI-personen schrijft in een rapport uit 2021 dat er géén bewijs is dat er misbruik zal plaatsvinden als mensen zelf kunnen verklaren welke genderidentiteit zij hebben. Spookbeelden over misbruik zijn volgens de rapporteur gebaseerd op anekdotes met discriminerende stereotypen over transgender mensen en in het bijzonder over trans vrouwen en worden niet ondersteund door statistisch bewijs.
Uit de evaluatie van het Wetenschappelijk Onderzoek Documentatie Centrum en Universiteit Utrecht in opdracht van de Nederlandse regering bleek ook dat er in landen waar een dergelijke wet al in werking is, geen sprake is van identiteitsfraude.
In Europa is de wet inmiddels ingevoerd in negen andere landen: België, Noorwegen, Portugal, Malta, Luxemburg, Ierland, IJsland, Denemarken en Zwitserland.
3. Het is belangrijk voor trans jongeren dat ze worden bevestigd in hun genderidentiteit. De steun die zij ervaren heeft positieve gevolgen voor hun mentale welzijn en ontwikkeling.
Onderzoek uit Journal of Pediatrics uit 2016 laat zien dat jongeren die een ondersteunend netwerk hebben en in sociale transitie kunnen, geen verhoogde kans hebben op depressie of angststoornissen in vergelijking met cisgender jongeren. Jongeren die niet gesteund werden in hun genderidentiteit, hadden meer kans op depressie en angststoornissen. Het onderzoek keek naar de mentale gezondheid van transgender jongeren (leeftijd 3-12) die in sociale transitie zijn gegaan en ondersteund worden in hun identiteit. Deze groep werd vergeleken met een controlegroep van cisgender jongeren (leeftijd 3-12) uit dezelfde regio.
Dit onderzoek uit Journal of Adolescent Health uit 2018 kijkt naar de link tussen het gebruik van de gewenste naam bij transgender en non-binaire jongeren en hun mentale gezondheid. Transgender en non-binaire jongeren die hun gewenste naam konden gebruiken in meer dan één context (bijv. school/werk/ID, etc.) hadden minder vaak depressieve klachten en suïcidale gedachten. Instituties zoals bijvoorbeeld scholen en werkplekken kunnen door middel van kleine administratieve aanpassingen de mentale gezondheid van deze jongeren beduidend verbeteren.
4. De genderidentiteit van transgender en non-binaire jongeren is net zo consistent als die van cisgender jongeren.
Dit onderzoek uit Journal of Pediatrics uit 2022 volgde jongeren die in transitie gingen tussen hun 3e en 12e. Vijf jaar na de start van het onderzoek bleek van deze groep nog 97,5% transgender (binair en non binair) te zijn, van de jongeren die op of na hun 6e in sociale transitie gingen was zelfs 99,5% dit vijf jaar later nog steeds.
5. Het is positief dat door gestegen zichtbaarheid meer mensen hun genderidentiteit ontdekken. Sociale besmetting is niet aan de hand, en vormt al helemaal geen gevaar voor jongeren.
Onderzoek in Journal of Pediatrics uit 2022 bekijkt in 16 staten in de VS of er sprake is van sociale besmetting onder jongeren. De data ondersteunen dat idee niet. Ook vond de studie geen aanleiding om te vermoeden dat trans mannen vatbaarder zijn voor sociale besmetting. Tot slot vond de studie ook geen bewijs voor het vermoeden dat meer jongeren zich identificeren als trans om zo LHB-gerelateerd stigma te ontlopen.
Een ander onderzoek uit The Journal of Pediatrics uit 2022 onderzoekt depressie, leed vanwege dysfore gevoelens, persoonlijkheidsstoornissen, zelfbeschadiging en meer onder genderdiverse jongeren. De resultaten laten zien dat jongeren die relatief recent ontdekten dat ze trans zijn en hun weg naar een genderkliniek vonden veel minder hoge kans op bijvoorbeeld angststoornissen hadden, wat impliceert dat angststoornissen juist kunnen ontstaan door langdurige ontkenning van hun genderidentiteit.
Afbeelding © Jasmine de Vries, uit de serie Trans in Amsterdam